Criminaliteit

In 1992 promoveerde ik op onderzoek naar de invloed van middelbare scholen op kleine criminaliteit van hun leerlingen. De resultaten waren voor mijn opdrachtgevers (Ministerie van Justitie) niet echt fijn. De scholen bleken niet of nauwelijks invloed te hebben. Nu klinkt dat niet zo spectaculair meer, maar in 1992 gingen deze uitkomsten nog lijnrecht in tegen de gangbare opvattingen.

Kinderen pleegden wel vaker delicten wanneer hun vrienden in de klas dat ook deden. Waarom was niet duidelijk en daarom ging ik hun netwerken op school onderzoeken.

en de aanpak ervan

Op het WODC werkte ik verder aan effectonderzoek van preventieprojecten. Preventie was ook een belangrijk onderdeel van mijn latere universitaire werk als wetenschapper en docent. Zo studeerden veel van mijn studenten af op onderzoek in jeugdinrichtingen.

Ik onderzocht vreemde en overtrokken reacties (morele paniek) op criminaliteit, maar pakte ook het wegkijken van links Nederland aan.

Mijn mooiste producten waren de wetenschappelijk onderbouwde hulpmiddelen die professionals hielpen informatie te ordenen en te gebruiken.

Publicaties (selectie)

Deze publicaties geven een goed overzicht.

Baerveldt, C. (2017) Delinquent social networks. The Encyclopedia of Juvenile Delinquency and Justice. Edited by Christopher J. Schreck. Published 2017 by John Wiley & Sons, Inc.

Baerveldt, C. (2013). Een checklist voor de lokale aanpak van onveiligheid. Spanning, 7, 2013, pp. 6-7.

Baerveldt, C., Völker, B. & R. Van Rossem (2008). Revisiting selection and influence. An inquiry into friendship networks of high school students and their association with delinquency. Canadian Journal of Criminology and Criminal Justice 50 (5), 559-587.

Baerveldt, C., Bunkers, H., Winter, M. de & Kooistra, J. (1998). Assessing a moral panic relating to crime and drugs policy in the Netherlands: Towards a testable theory. Crime, Law & Social Change 29: 31-47.